Vanuit een exegetische notitie bij Karl Barth (KD IV,1, p. 694) sprak ik over de verhouding van geloof en werken in het Nieuwe Testament in vergelijking met Deuteronomium 30. Jacobus 2 en Romeinen 3 waren de Bijbelse teksten in deze uitzending.
Naar aanleiding van een gesprek in de broederkring in Schagen, heb ik op 10 maart 2024 deze preek uitgesproken in de Vermaning van Medemblik.
In Johannes 11 vinden we de horizontale lijn van onze ervaring en verwachting. Opstanding: ja, aan het einde der tijden. Jezus? De Messias die die onze Leidsman is. Dat is de horizontale lijn.
Maar dan de vertikale! Jezus die de Opstanding en het Leven zelf is. Die Lazarus uit de dood terugbrengt. Het dochtertje van Jaïrus uit de dood terughaalt. Als een bliksemflits komt dat woord onze horizontale beleving binnen. Het verlicht misschien maar heel even onze duisternis en haalt ons maar voor een moment uit ons verdriet en onze wanhoop. Want het is moeilijk dat te geloven als onze ogen vol tranen zijn. Een bezwaard hart wordt doof voor het evangelie. Maar het gaat erom die bliksemschichten te koesteren en er ons leven mee te vervullen.
Uiteindelijk is God waarheid sterker dan de onze.
Deuteronomium meelezen met Israel. Vandaag over Dt. 4:1, 2
Nu dan, Israel! hoor naar de inzettingen en naar de rechten, die ik ulieden lere te doen; opdat gij leeft, en henen inkomt, en erft het land, dat de HEERE, uwer vaderen God, u geeft.
Gij zult tot dit woord, dat ik u gebiede, niet toedoen, ook daarvan niet afdoen; opdat gij bewaart de geboden van den HEERE, uw God, die ik u gebiede.
Genesis 50 laat zien hoe in de Egyptische ballingschap Jozes wordt gebalsemd en in een graf wordt gelegd in Egypte. Is er geen parallel met Jezus? Is hij niet begraven en gebalsemd naar heidens gebruik, zodat hij nu de titels krijgt in een heidens christendom? Maar de ware, joodse, betekenis van Jezus moet nog worden ontdekt. (Welliht pas bij het einde van de ballingschap van Israël - bij dekomst van de Mesias).
Waarom moet Jezus nu gaan wonen in Nazareth? Er is mogelijk een verband met Jesaja 11 waar we lezen van een "spruit", Hebreeuws: nezer, die uit de afgehouwen tronk van Isaï zou voortkomen. Maar hoe sterke is deze passage eigenlijk?
Matteus wilde duidelijk maken dat Jezus aks Messias ook in zijn jeugd al de weg van Israël opnieuw doorloopt. Onmiddellijk is er al een dreiging voor het Koninkrijk van God vanwege de valse koning Herodes. Met de citaten van Hosea 11 en jeremia 31 wordt dat onderbouwd. Maar de vraag is of de gehele profetie inderdaad in Jezus vervuld is. Wel een mooi gecomponeerde tekst.