Settings
Light Theme
Dark Theme

The Hilarious Bike Swap: A Day of Laughter in Amsterdam

The Hilarious Bike Swap: A Day of Laughter in Amsterdam
Jan 15, 2024 · 16m 48s

Fluent Fiction - Dutch: The Hilarious Bike Swap: A Day of Laughter in Amsterdam Find the full episode transcript, vocabulary words, and more: https://www.fluentfiction.org/the-hilarious-bike-swap-a-day-of-laughter-in-amsterdam/ Story Transcript: Nl: Het zonnetje scheen...

show more
Fluent Fiction - Dutch: The Hilarious Bike Swap: A Day of Laughter in Amsterdam
Find the full episode transcript, vocabulary words, and more:
fluentfiction.org/the-hilarious-bike-swap-a-day-of-laughter-in-amsterdam

Story Transcript:

Nl: Het zonnetje scheen fel boven Amsterdam.
En: The sun was shining brightly over Amsterdam.

Nl: Een stad vol leven.
En: A city full of life.

Nl: Jan en Bram wedijverden gretig over wie vooraan fietste.
En: Jan and Bram eagerly competed over who rode in front.

Nl: Ze lachten hard, ze hadden veel plezier.
En: They laughed loudly, having a lot of fun.

Nl: Maar, oh oh, iets grappigs ging gebeuren.
En: But, oh oh, something funny was about to happen.

Nl: Jan, een forse man met een brede lach, had een rode fiets.
En: Jan, a stout man with a wide smile, had a red bicycle.

Nl: Bram, slank en lang, had een enorm grote paarse fiets.
En: Bram, slim and tall, had an enormously big purple bicycle.

Nl: Ze kennen elkaar goed.
En: They knew each other well.

Nl: Lisa, Jans dochter, kwam net uit school.
En: Lisa, Jan's daughter, had just come out of school.

Nl: Ze zag hen bij de fietsenstalling staan.
En: She saw them standing at the bike racks.

Nl: Ze zwaaide naar Jan en Bram en riep: "Papa, oom Bram, let op bij het kiezen van je fiets!
En: She waved to Jan and Bram and shouted, "Dad, Uncle Bram, be careful when choosing your bikes!"

Nl: " Maar ze luisterden niet, ze waren te druk bezig met grappen en grollen.
En: But they didn't listen, they were too busy joking and fooling around.

Nl: Het moment van vertrek was aangebroken.
En: The moment of departure had arrived.

Nl: Jan sprong op de grote, paarse fiets.
En: Jan hopped on the big purple bike.

Nl: Bram stapte op de rode.
En: Bram got on the red one.

Nl: Een ongeluk?
En: Was it an accident?

Nl: Foutje?
En: A mistake?

Nl: Niet belangrijk.
En: Not important.

Nl: Ze trapten hard op de pedalen en waren snel op weg.
En: They pedaled hard and were quickly on their way.

Nl: De mensen op straat stopten en keken ze na.
En: People on the street stopped and watched them.

Nl: Ze lachten.
En: They laughed.

Nl: Jan, met zijn grote lichaam, kapte op de paarse fiets, en Bram, op de rode, bleek erg grappig.
En: Jan, with his large body, appearing on the purple bike, and Bram, on the red one, turned out to be very funny.

Nl: De mensen konden hun lachen niet inhouden als Jan met zijn knieën bijna zijn oren raakte bij elke trap.
En: People couldn't contain their laughter as Jan's knees almost touched his ears with each pedal.

Nl: Bram moest zo hard trappen op de kleine rode fiets, dat hij er bijna af viel.
En: Bram had to pedal so hard on the small red bike that he nearly fell off.

Nl: Ze fietsten hard door Amsterdam.
En: They cycled rapidly through Amsterdam.

Nl: Over bruggen, langs kanalen, door kleine straten.
En: Over bridges, along canals, through small streets.

Nl: De mensen wezen en lachten.
En: People pointed and laughed.

Nl: Sommigen namen foto's.
En: Some took photos.

Nl: Anderen sloegen hen gade in verbazing.
En: Others observed them in amazement.

Nl: Alles schudde van het lachen!
En: Everything was shaking with laughter!

Nl: Maar Jan en Bram?
En: But Jan and Bram?

Nl: Die fietsten gewoon door, niet wetend dat ze op de verkeerde fietsen zaten.
En: They just kept cycling, unaware that they were on the wrong bikes.

Nl: Lisa zag dit allemaal.
En: Lisa saw all of this.

Nl: Ze rende achter hen aan.
En: She ran after them.

Nl: Ze riep en zwaaide, maar ze waren te snel.
En: She shouted and waved, but they were too fast.

Nl: Lisa gaf niet op.
En: Lisa didn't give up.

Nl: Ze besloot een slim plan te maken.
En: She decided to come up with a clever plan.

Nl: Ze stapte op haar kleine blauwe fiets.
En: She got on her small blue bike.

Nl: Ze sneed door de drukke straten van Amsterdam, sneller dan Jan en Bram.
En: She maneuvered through the busy streets of Amsterdam, faster than Jan and Bram.

Nl: Ze bereikte het Vondelpark voordat zij dat deden.
En: She reached Vondelpark before they did.

Nl: Ze wachtte daar.
En: She waited there.

Nl: Jan en Bram kwamen aan bij het park.
En: Jan and Bram arrived at the park.

Nl: Ze waren moe, maar nog altijd lachend.
En: They were tired but still laughing.

Nl: Ze zagen Lisa staan.
En: They saw Lisa standing there.

Nl: Ze stopten.
En: They stopped.

Nl: Lisa wees naar hun fietsen.
En: Lisa pointed to their bikes.

Nl: "Je zit op de verkeerde fiets, Papa!
En: "You're on the wrong bikes, Dad!"

Nl: " zei ze.
En: she said.

Nl: Jan en Bram keken naar hun fietsen.
En: Jan and Bram looked at their bikes.

Nl: Ze keken naar elkaar.
En: They looked at each other.

Nl: Toen begonnen ze te lachen.
En: Then they started laughing.

Nl: Het was het grappigste wat ze ooit hadden gedaan!
En: It was the funniest thing they had ever done!

Nl: Ze gaven elkaar een hand.
En: They shook hands.

Nl: Ze wisselden de fietsen.
En: They switched bikes.

Nl: Ze bedankten Lisa voor het wijzen op de vergissing.
En: They thanked Lisa for pointing out the mistake.

Nl: Ze begonnen weer te fietsen.
En: They started cycling again.

Nl: Maar deze keer, op hun eigen fietsen.
En: But this time, on their own bikes.

Nl: Amsterdam keek toe en lachte mee.
En: Amsterdam watched and laughed along.

Nl: Het was een dag die ze niet snel zullen vergeten.
En: It was a day they wouldn't soon forget.

Nl: En Jan, Bram, en Lisa?
En: And Jan, Bram, and Lisa?

Nl: Zij hadden de dag van hun leven.
En: They had the time of their lives.

Nl: Niets is beter dan een goede lach, zelfs als het betekent dat je op de verkeerde fiets rijdt!
En: Nothing is better than a good laugh, even if it means riding the wrong bike!


Vocabulary Words:
  • The: Het
  • sun: zonnetje
  • shining: scheen
  • brightly: fel
  • over: boven
  • Amsterdam: Amsterdam
  • city: stad
  • full: vol
  • of: van
  • life: leven
  • Jan: Jan
  • and: en
  • Bram: Bram
  • eagerly: gretig
  • competed: wedijverden
  • who: wie
  • rode: vooraan
  • in: fietste
  • front:
  • They: Ze
  • laughing: lachten
  • loudly: hard
  • having: plezier
  • a: veel
  • lot:
  • fun: plezier
  • But: Maar
  • oh: oh
  • something: iets
  • funny: grappigs
show less
Information
Author FluentFiction.org
Website www.fluentfiction.org
Tags

Looks like you don't have any active episode

Browse Spreaker Catalogue to discover great new content

Current

Looks like you don't have any episodes in your queue

Browse Spreaker Catalogue to discover great new content

Next Up

Episode Cover Episode Cover

It's so quiet here...

Time to discover new episodes!

Discover
Your Library
Search